Jakob Lorber Stichting
voor het Nederlandse taalgebied

Wie was Jakob Lorber?

Ingekleurde foto J. Lorber.

Jakob Lorber (1800-1864)

JAKOB LORBER   -   Schrijfknecht van God   -   Profetie voor deze tijd

EEN MAN HOORT EEN STEM ...

Nu ook in het Nederlands een groot aantal werken van de Oostenrijkse profeet Jakob Lorber (1800-1864) zijn verschenen, zullen ongetwijfeld velen zich afvragen wie deze man was en wat de boodschap die hem door het 'innerlijke woord' werd gedicteerd, inhoudt.

Het was in de vroege ochtend van de 15de maart 1840 dat Jakob Lorber een stem in zijn binnenste hoorde, die hem de opdracht gaf: "Sta op, neem je pen en schrijf!" Hij gaf onmiddellijk gehoor aan deze ongewone opdracht, niet vermoedend dat hij op dat moment geroepen werd tot een taak die zijn hele verdere leven in beslag zou nemen. In de 24 jaren die volgden, tot zijn dood, werden hem meer dan 10.000 pagina's gedicteerd. Zo ontstond een uniek werk, dermate diepgaand en veelomvattend van inhoud dat men hier met recht kan spreken van een uitzonderlijk fenomeen. Hier is niet de eenvoudige musicus uit Stiermarken aan het woord. De schat aan gegevens op praktisch elk gebied, de veelzijdige kennis en diepe wijsheid stijgen ver uit boven het gewoon menselijke kennen en kunnen.

Wie sprak er tegen Lorber?
In het jaar 1858 schreef Lorber aan een vriend over de in hem sprekende geestelijke bron, dat hij deze ervoer als de stem van Jezus Christus, het levende Woord van God. Bij het schrijfproces was er geen sprake van zogenaamd automatisch schrift. Lorber schreef bij vol bewustzijn woord voor woord op wat hem werd gedicteerd. Zelf noemde hij zich, eenvoudig en bescheiden als hij was, 'schrijfknecht van God'. Daarmee bracht hij tot uitdrukking dat hij een schrijfopdracht uitvoerde en dat het geschrevene niet van hemzelf stamde. Maar belangrijker dan het zoeken naar bewijsvoeringen omtrent de authenticiteit van de boodschappen, is het intuïtief aanvoelen van de lezer zelf. Wie zich openstelt voor de inhoud van dit werk, zal ervan overtuigd worden dat hij te maken heeft met iets heel bijzonders, ja, met een werkelijk goddelijke openbaring, waarvan Jakob Lorber zelf getuigde met de woorden: 'Zo sprak de Heer tot mij en in mij voor iedereen, en dat is waar, getrouw en gewis ...' De eerste gedicteerde regels luidden:
"Wie met Mij spreken wil, die kome tot Mij en Ik zal hem het antwoord in zijn hart leggen, maar slechts de reinen wier hart vol deemoed is, zullen de klank van Mijn stem vernemen. Wie aan Mij de voorkeur geeft boven al het wereldse en Mij liefheeft als een tedere bruid haar bruidegom, met hem zal Ik arm in arm wandelen. Hij zal Mij te allen tijde aanschouwen zoals de ene broeder de andere en zoals Ik hem aanschouwde sinds eeuwigheid, nog voor hij bestond."
Dit was het begin van het 3-delige werk 'De Huishouding van God'.

Nog veel heb Ik u te zeggen!
In het algemeen heerst in de hedendaagse christelijke kerken en geloofsgemeenschappen de opvatting dat met de dood van de apostelen ook een definitief einde kwam aan het tijdperk van goddelijke openbaringen. Maar is dat werkelijk zo? Niemand die Jezus' boodschap kent, kan dat aannemen. Immers in de evangeliën, met name in het Johannesevangelie, worden duidelijk nadere informaties en leringen in het vooruitzicht gesteld!
In Joh. 14:18 zegt Jezus nadrukkelijk: "Ik zal u niet als wezen achterlaten." En in hetzelfde hoofdstuk, Joh. 14:26, wordt voorzegd: "Maar de Trooster, de Heilige Geest, die de Vader in Mijn naam zal zenden, Hij zal u alles leren en u alles in herinnering brengen wat Ik u gezegd heb." In Joh. 16:12-13 lezen wij: "Nog veel heb Ik u te zeggen, maar gij kunt het nu nog niet dragen. Doch wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid. Hij zal niet uit zichzelf spreken, maar al wat Hij hoort zal hij spreken en de komende dingen zal Hij u verkondigen." Deze woorden laten er geen twijfel over bestaan dat hier over toekomstige openbaringen wordt gesproken. Het zal de lezer ook opvallen dat de aan Lorber gegeven openbaring nergens in strijd is met de openbaringen in de Bijbel en met de evangeliën. Integendeel, hier is sprake van verdieping en uitbreiding van de ons zo bekende teksten, waardoor hun oorspronkelijk vorm weer zichtbaar wordt.

Een nieuwe openbaring
In feite zijn er ook tot in onze tijd regelmatig profetieën geweest, die zich binnen én buiten de gevestigde kerken manifesteerden. Ook met het omvangrijke 'Grote Johannes Evangelie' werd een werk in onze handen gelegd, waarin op overtuigende wijze sprake is van een nieuwe openbaring. Met het minutieuze verslag van alles wat zich dag na dag rond Jezus afspeelde in de drie jaren dat Hij als leraar rondtrok, worden wij letterlijk in alle wijsheid binnengeleid. In de gesprekken die Jezus met Zijn leerlingen houdt, ziet men de voorzegging van de Bijbel (Joh. 14:26) letterlijk vervuld: "...en zal u herinneren aan alles wat Ik u gezegd heb."
In 'De Huishouding van God' worden grondvragen van het religieuze denken behandeld: het wezen van God, de oerschepping van de wereld van de geesten, het ontstaan van de materiële wereld en de oergeschiedenis van de mensheid tot aan Noach. Verrassend is ook dat aan Lorber enkele boeken gedicteerd werden, waarvan men op grond van berichten van oude kerkvaders kan aannemen dat ze in de vroege christenheid aanwezig zijn geweest, maar later geheel of gedeeltelijk verloren zijn gegaan. Het zijn: 'De jeugd van Jezus' dat als Jacobusevangelie (proto-evangelie) een groot verspreidingsgebied moet hebben gehad, maar in de 4de eeuw na Chr. uit de circulatie is genomen, verder de door de kerkvader Eusebius (200 na Chr.) reeds genoemde briefwisseling tussen Jezus en Abgarus, koning van Edessa, en de 'Brief van Paulus aan de gemeente te Laodicea', die in Kol. 4:16 wordt genoemd.

De Nieuwe Openbaring en de wetenschap
Het kerkelijk-bijbelse wereldbeeld dat zoveel eeuwen de basis was van het menselijk denken, is door de stormachtige ontwikkeling van de wetenschap en het materialistische verstandsdenken aangetast. In de Nieuwe Openbaring ontvouwt zich een nieuw wereldbeeld dat uiteindelijk de kloof tussen wetenschap en geloof zal gaan sluiten door het licht dat hier geworpen wordt op de geheimen van het universum. Reeds in 1847 is in deze openbaring gewag gemaakt van de deelbaarheid van het atoom en werd het atoom beschreven als een microheelal.
Ruim 100 jaar voor de ontdekking van het meson door Hideki Yukawa, die hiervoor in 1949 de Nobelprijs ontving, kon Lorber reeds schrijven over elementaire deeltjes, en gaf hij daar de exacte levensduur (één triljoenste seconde) van aan. In een tijd dat nog niemand wist waaruit de nevelvlekken aan de nachtelijke hemel bestonden, werd er meegedeeld dat het hier gaat om uitgestrekte sterrenstelsels, waarvan de samenstelling wordt beschreven als een macroheelal. In okt. 1842 werd in een dictaat aan Lorber gewag gemaakt van een nog onbekende planeet, nog verder van de zon verwijderd dan Uranus. Vier jaar later, op 23 sept. 1846 ontdekt Galle in Berlijn die planeet en noemt hem Neptunus. Geleidelijk aan worden de verbazingwekkende gegevens die men in Lorbers dagen slechts als fantasie kon bestempelen, door hedendaagse ontdekkingen bevestigd. De grenzen van de materie wijken steeds verder terug en ook de wetenschap ontdekt dat er achter de gehele materiële schepping geestelijke krachten werkzaam zijn. Dat de kloof tussen godsdienst en wetenschap overbrugd zal worden, wordt ons in de N.O. in de volgende tekst door Jezus voorzegd: "Pas in die tijd zal Ik de oude boom der kennis zegenen en door hem zal de boom des levens in de mens weer zijn kracht terugkrijgen." (Gr.Joh.Evang. IX)
Een profeet heeft ook tot taak de mensheid te waarschuwen. Dat gebeurde ook door de stem die Lorber dicteerde en die de mensen in talrijke teksten waarschuwt voor het roekeloos omgaan met de natuur en de gevolgen daarvan voor het ecologische systeem van de aarde: "Maar het zal zo zijn als vóór de tijd van Noach. De mensen zullen van hun omvangrijke wereldse kennis en hun verworvenheden een steeds slechter gebruik maken en zullen geheel uit eigen wil allerlei gerichten uit de diepten van Mijn schepping over zichzelf en tenslotte over de gehele aarde afroepen." (Gr.Joh.Evang. V)
"Als het winstbejag van de mensen zich eenmaal te zeer aan de bossen van deze aarde zal gaan vergrijpen, zal het voor de mensen ook zwaar zijn om op deze aarde te leven. En wel het zwaarst daar waar het dunnen van de bossen te sterk de overhand krijgt." (Gr.Joh.Evang. IX)

De Jakob Lorber Stichting
In 1982 werden de eerste werken van de Nieuwe Openbaring die Jakob Lorber ontving, vanuit het Duits vertaald en in het Nederlands uitgegeven. In 1985 werd de ‘Jakob Lorber Stichting voor het Nederlandse taalgebied’ opgericht. Haar doel is alle werken van de N.O. geleidelijk te vertalen, te laten uitgeven en bekend te maken. De stichting is geen geloofsgemeenschap en vertegenwoordigt geen enkele 'richting'. Er is eerder sprake van een kring van belangstellenden, ongeacht hun achtergrond.

Voor het verkrijgen van nadere informatie kan men zich wenden tot de: 

[home page]